1. Maaien

Maai het gazon regelmatig omdat het gras hierdoor voller wordt. De juiste techniek bij het maaien: weinig en vaak is beter dan alles ineens. Maai elke keer in een andere richting en met een ander patroon, zodat de grassprieten niet altijd in dezelfde richting worden geduwd.

Bij elke maaibeurt geldt de vuistregel dat je de stengel met ongeveer de helft tot tweederde moet inkorten, tot ongeveer 5cm. Midden in de zomer is het beter om het gras wat langer te laten, zodat het beter is bestand tegen drogere perioden.

2. Bemesten

Als het gras wordt gemaaid, verdwijnen de voedingsmiddelen uit het gras; voor maximale groei moeten deze voedingsmiddelen weer worden aangevuld. Zodra het voorjaar begint, moet je het gazon elke vier tot vijf weken bemesten. Je gazon kan niet zonder stikstof, kalium en fosfor, maar er zijn gecombineerde kant-en-klare (biologische) mestproducten voor gazons bij je plaatselijke tuincentrum verkrijgbaar. Op de verpakking staat duidelijk aangegeven hoeveel je moet gebruiken.

3. Besproeien

Als je de hele zomer een weelderig en groen gazon wil, is het belangrijk om te sproeien. Hoe vaak je het gazon moet besproeien, is afhankelijk van de temperatuur en de vochtigheidsgraad. Als het gras te weinig water bevat, krijgt het een blauwgrijze kleur en beginnen de oudere bladeren van de plant op te krullen of te verwelken. Als je een nieuw gazon hebt gezaaid, moet je meestal één keer per dag besproeien, zodat de zaden kunnen ontkiemen en er een stevig wortelsysteem kan ontstaan.

Je kunt je tuin met de hand of automatisch, gedeeltelijk of volledig, besproeien. Het assortiment van GARDENA omvat mobiele en stationaire besproeiingsoplossingen, pompen en systemen voor besproeiingsregeling. Je kunt ook kiezen voor intelligente, automatische systemen en sproeiers, zodat je de sproeiers alleen maar hoeft te programmeren en te plaatsen.

4. Onkruid wieden

Met doorzettingsvermogen en de juiste techniek win je de strijd tegen onkruid in je gazon. Veel onkruid kan mechanisch worden verwijderd. Kleiner onkruid (zoals ereprijs en witte klaver) moet met een handverticuteerder worden verwijderd; dat moet vaak gebeuren om de groei van het onkruid te verstoren. Madeliefjes en paardenbloemen kunnen met een onkruidsteker worden verwijderd. Het is zeer belangrijk dat je zoveel mogelijk wortel verwijdert om te voorkomen dat het terugkomt. Als onkruid het gras heeft overgenomen, kun je de grond het beste afgraven en met graszoden bedekken.

5. Verticuteren en beluchten

Graswortels hebben lucht nodig om te ademen en te groeien. De grond onder een gazon bevat vaak onvoldoende zand, waardoor de wortels niet voldoende lucht krijgen en de groei wordt belemmerd. Met een eenvoudige spitvork breng je gaten in het gazon aan. Vul deze met grof zand. Hierdoor kan water vanaf het oppervlak wegstromen en krijgen de wortels zuurstof.

Je kunt dode wortels en ander afval verwijderen door het gazon te verticuteren. Als je het gazonvilt verwijdert, kan het onderste deel van het gras beter ademen en groeien de stelen beter.