Ze zijn weer op pad: bladluizen! Maar niet alle bladluizen zijn hetzelfde. De groene perzikluis, zwarte bonenluis en groene appelluis zijn bijvoorbeeld net zo verschillend als de vink, koolmees en mus.
De uiteenlopende schade die door bladluizen wordt aangericht
Bladluizen brengen aan jonge planten vooral schade toe door het celsap op te zuigen. Tegelijkertijd scheiden ze ook een gif af waardoor de bladeren omkrullen. Doordat er op deze manier blader-'schuilplaatsen' worden gevormd – wat goed te zien is aan de uiteinden van takken – zijn de bladluizen voor tuinvogels en andere roofdieren lastiger te vinden en blijft er eigenlijk altijd wel één paar over om de soort in stand te houden.
Doordat de bladluizen de plant verzwakken door deze leeg te zuigen, leiden de omgekrulde uiteinden van de takken uiteindelijk tot vervormde takken. In sier- en fruittuinen is dit beslist niet wenselijk, omdat correct gevormde bomen essentieel zijn, vanuit esthetisch oogpunt of vanwege de fruitoogst.
Bladluizen kunnen via hun speeksel ook schadelijke virussen aan planten overdragen. Dit veroorzaakt omvangrijke schade, met name in fruitboomgaarden of professionele rozentuinen.
Bladluizen en "weggegooid voedsel"
Tot slot speelt ook de honingdauw die door de bladluizen wordt geproduceerd, een belangrijke rol: omdat bladluizen zich zeer snel voortplanten, met name onder gunstige omstandigheden, hebben ze vooral behoefte aan proteïne.
Ze halen deze uit de sappen van de plant en scheiden de koolhydraten (suikers) die het bevat, af in de vorm van honingdauw. Dit is des te opmerkelijker omdat planten het schoolvoorbeeld van wereldwijde suikerproducenten zijn, en veel diersoorten – inclusief de mens – suiker gebruiken als voedsel om proteïne aan te maken in het lichaam. Daarom eten we gewoonlijk ook planten. Maar bladluizen gooien het grootste deel van de suikers weg!
De honingdauw wordt vervolgens door mieren (en ook vliegen) gebruikt als voedsel. Mieren gedragen zich ten opzichte van bladluizen dus een beetje zoals wij omgaan met koeien: ze 'melken' de bladluizen voor de honingdauw. Hiervoor zetten de mieren bladluizen bewust op planten neer, verspreiden ze in de tuin, zorgen voor ze en verdedigen ze zelfs.
Als mieren de honingdauw niet opeten, verspreidt deze zich over de planten die door de bladluizen zijn aangetast, om vervolgens te worden bevolkt door roetdauw, die het opeet.
Dat is de reden dat je bladluizen vaak pas in een later stadium op planten ontdekt, wanneer de zwarte schimmel die de plant bedekt, goed zichtbaar wordt.
Bladluizen – fascinerend vruchtbaar
Voordat we meer vertellen over het bestrijden van bladluizen, willen we het eerst even hebben over hun bijzonder opmerkelijke en fascinerende levenscyclus: bladluizen overwinteren als eitjes, hetgeen verklaart waarom ze in dit stadium worden bestreden door commerciële fruitkwekerijen. Uit het eitje komt een zogenaamde matriarch, of stammoeder, tevoorschijn en deze plant zich ongeslachtelijk voort! Dit verschijnsel noemt men maagdelijke geboorte of parthenogenese. De vrouwtjes die hieruit worden geboren, hebben meestal geen vleugels. Sommige van hen hebben echter wel vleugels, waardoor ze gemakkelijker een andere gastheerplant kunnen opzoeken en zo kunnen zorgen voor een snellere verspreiding van deze wezens in de ongerepte natuur, op landbouwgrond, in bossen en in tuinen. Ook deze vrouwtjes planten zich ongeslachtelijk voort (aseksuele reproductie). Aan het einde van het seizoen worden uit deze vrouwtjes, eveneens via maagdelijke geboorte, ook mannetjes geboren. Deze paren met de vrouwtjes en via de eitjes die door de laatste generatie vrouwtjes van het jaar worden gelegd, kunnen de bladluizen zich in het daarop volgende jaar weer verspreiden.
Met tot wel vijftig bladluisgeneraties per zomer en tot zes levend geboren jonge bladluizen per vrouwtje per dag, is goed te begrijpen hoe één stammoeder zo'n 1027 bladluizen per jaar kan produceren en daarom is het aantal bladluizen dat wordt geboren bijna niet te tellen. Maar elke bladluis leeft slechts vijf tot zes dagen. Als je bedenkt hoeveel jonge vogels, mieren, gewone gaasvliegen, galmuggen, zweefvliegen en larven van de sluipwesp opgroeien door zich te voeden met bladluizen, zal het duidelijk zijn dat de bladluis zich massaal moet voortplanten om als soort te kunnen overleven. Het maakt ook duidelijk waarom de circa 450 bladluissoorten op het noordelijk halfrond tot het belangrijkste ongedierte in de landbouw en in bos en tuin behoren.
Wat kun je doen tegen bladluizen?
Gelet op de biologische aspecten van de bladluis is het duidelijk dat het een ondankbare taak is om bladluizen volledig uit een tuin te verbannen. Zodra de laatste is verjaagd, komt er al weer een nieuw exemplaar aangevlogen – of wordt het binnengebracht door mieren.
Voorkom de aanwezigheid van bladluizen door ze zoveel mogelijk buiten te sluiten. De ventilatieopeningen van kassen en oranjerieën kunnen worden afgedekt met gaas, waardoor een goede ventilatie mogelijk is maar bladluizen niet binnen kunnen komen. Pas hetzelfde principe toe bij groentetuinen door vliesdoek te gebruiken om de groenten af te dekken. Het vliesdoek creëert niet alleen een microklimaat dat groeibevorderend werkt, maar biedt ook een effectieve bescherming tegen bladluis.
Sommige plantenvariëteiten voor de moestuin zijn zelfs resistent tegen bladluizen, zoals bepaalde slaplanten. Je kan er bewust voor kiezen om dergelijke variëteiten te kweken. Deze omvatten de volgende variëteiten, gerangschikt op slasoort (bron: Beiers instituut voor wijn- en tuinbouw in Veitshöchheim):
- Kropsla: 'Casanova', 'Fiorella', 'Irina', 'Jiska', 'Osaka', 'Estelle'
- IJsbergsla: 'Barcelona', 'Bennie', 'Fortunas'
- Mini-ijsbergsla: 'Minas'
- Eikenbladsla: 'Sirmai', 'Smile'
- Botersla: 'Leny'
- Lollo Bionda: 'Barman', 'Lorenzo'
- Lollo Rossa: 'Solsun'
- Andijvie: 'Bentley'
In het geval van frambozen, die ook zeer gewild zijn bij bladluizen, kan je kiezen voor variëteiten die weliswaar niet volledig resistent zijn, maar een stuk minder aantrekkelijk zijn voor bladluizen. Zo heeft het oude frambozenras 'Schönemann' veel vaker last van bladluis dan de modernere rassen zoals als 'Rumiloba' en 'Autumn Bliss'.
Effectieve bestrijding van bladluizen: naast de preventieve maatregelen kan je bladluizen ook rechtstreeks bestrijden met diverse middelen. Let er bij het kiezen van dergelijke middelen op of ze nuttige insecten beschermen en welke wachttijd er geldt, met name als het gaat om planten die je wil eten. Wachttijd: de tijd die je na gebruik van het middel voor bladluisbestrijding moet wachten totdat je de behandelde plant in de keuken kan gebruiken, zonder je gezondheid in gevaar te brengen. Deze informatie is te vinden op de gebruiksaanwijzing van het middel. Deze wachttijd is gewoonlijk kort of niet van toepassing bij natuurlijke ingrediënten (zoals kaliumzeep of natuurlijke oliën) die worden gebruikt in verdelgingsmiddelen van bijvoorbeeld Neudorff, waaronder Neudosan, Spruzit en Raptol. Gespecialiseerde leveranciers van verdelgingsmiddelen kunnen je hier meer informatie over geven.
Grootvaders tuinfoefjes – niet altijd geschikt in de moderne tijd!
Vroeger, toen roken nog heel gewoon was, legde opa wel eens een sigarettenpeuk een nachtje in water. Dit aftreksel werd vervolgens nog wat verder verdund met water en over bladen verspreid om bladluis tegen te gaan. Maar omdat nicotine een zeer sterk zenuwgif is dat tevens zeer schadelijk voor het hart is, is grootvaders methode in Duitsland bijvoorbeeld verboden. Bovendien werd deze methode uitsluitend toegepast op sierplanten en nooit op planten die bedoeld waren voor consumptie.
Aan de hand van opa's tuin kunnen we daarentegen nog steeds leren hoe we de aanwezigheid van nuttige insecten kunnen stimuleren. Dit omvat het lokken van vogels door nestkastjes te plaatsen (bv. voor mezen) en nestplaatsen (bv. voor roodstaartjes) intact te laten. Zelfs mussen, die opa slechts met tegenzin in de moestuin tolereerde, omdat men dacht dat ze schade toebrachten aan jonge planten, zijn uitstekende bladluisverorberaars tijdens de broed- en nesttijd.
Het lokken van nuttige dieren betekent ook het lokken van nuttige insecten. Zweefvliegen lok je door margrieten te planten. Deze insecten voeden zich met de pollen van margrieten en leggen hun eitjes in de buurt van bladluizen; wanneer de larven van de zweefvlieg uitkomen, doen ze zich graag tegoed aan de bladluizen. Net als zweefvliegen zijn ook lieveheersbeestjes, gewone gaasvliegen, galmuggen en sluipwespen nuttig.
Slimme combinaties
Slim combineren van voornamelijk preventieve maatregelen en – indien nodig – corrigerende maatregelen ter bestrijding van bladluizen betekent dat het nu mogelijk is om deze insecten aan te pakken, ook al zijn ze in steeds massaler aanwezig.
Met betrekking tot de paar bladluizen die ondanks deze maatregelen nog steeds in je tuin zijn, zijn er altijd wel een paar grapjassen die stellen dat er nu twee redenen zijn om een verse salade uit eigen tuin aan te kleden met een beetje gesneden dille: ten eerste smaakt het beter, en ten tweede kunnen ze mooi dienen om de bladluizen die nog schuil gaan in de salade te camoufleren.